Delfshaven

Scheepsbouwers de Hoog

de Delft

De Delfshavense tak stamt af van Sebastianus de Hoogh, (de Hooch/de Hoog)  die in 1707 te Geertruidenberg werd geboren.
Op 27 mei 1782 werd door het Admiraliteitscollege van de Maze de opdracht verstrekt aan de particuliere scheepswerf werf De Hoog & de Wit te Delfshaven om een linieschip van 50 stukken te bouwen met de naam DELFT.
Dat was bijzonder omdat oorlogs schepen normaal van de Admiraliteitswerf kwamen, iets verderop. Deze kon in die tijd de vraag niet aan en besteedde de Delft uit aan werf De Hoog en de Wit, die in normale tijden voor de koopvaardij bouwden.
Scheepswerf De Hoog-De Wit in Delfshaven bouwde in tien maanden het imposante oorlogsschip ‘De Delft’. In mei 1783 was het schip gevechtsklaar. Kosten: 210.000 gulden.
‘s Lands Schip van Oorlog ‘Delft’ was een houten driemaster, een oorlogsschip met 56 kanonnen aan boord volgens de laatste inzichten en technieken van die dagen. Ook het laatste houten schip in zijn soort. Dynamiet veranderde de zoveelponders in exploderend wapentuig. Daar was hout niet tegen bestand. Bovendien hadden staal en stoom hun intrede gedaan.

Naar hetzelfde ontwerp werd tegelijkertijd op de Admiraliteitswerf te Rotterdam het zusterschip “Brakel” gebouwd. Op 16 mei 1783 werd ‘s-Lands Schip van Oorlog ‘Delft’ in Delfshaven te water gelaten. In de veertien jaren van haar bestaan werd dit linieschip vele malen ingezet om grote konvooien particuliere handelsschepen en de koopvaardijschepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC) in de Europese wateren te escorteren en te beschermen.

Scheepswerf_deHoog
Scheepswerf “de Hoog”, Delfshaven J.J. van Spingelen 1881

In 1797 werd de ‘Delft’ingezet: bij de zeeslag bij Kamperduin. Met 375 koppen aan boord en voorzien van 60 kanonnen koos de ‘Delft’ zee. Tijdens de slag raakte de ‘Delft’ zwaar beschadigd. Het werd door de Engelsen op sleeptouw genomen als oorlogsbuit, maar het maakte zwaar water. Op zondag 15 oktober 1797 (vier dagen na de zeeslag) omstreeks 02.30 uur ’s nachts zonk de ‘Delft’ in een ruwe zee, een aantal mijlen uit de kust bij Scheveningen. Ruim 135 bemanningsleden van de ‘Delft’ vonden de dood. Uit respect voor de door de bemanning geboden tegenstand werd het tijdens de slag door de Engelsen buitgemaakte linieschip ‘Hercules’ omgedoopt in ‘Delft’.
In 1977 zijn restanten van het wrak teruggevonden. Het wrak lag zo’n tweehonderd jaar op 20 meter diepte, 22 kilometer uit de kust van Scheveningen, totdat een visser het bij toeval ontdekte.
Onder andere één van de ankers en een aantal kanonnen zijn aan wal gebracht door vissers, en liggen nu op het voorterrein van de werf. Nadien zijn er op aanwijzing van de vissers door de Scheveningse duikvereniging “Sirene” nog talloze voorwerpen geborgen, waarvan er vele ook in het museale gedeelte van de werf zijn tentoongesteld en die hebben geholpen om een beter idee te krijgen over de wijze van scheepsbouw aan het eind van de 18e eeuw.

003-Huis De Hoog Delfshaven_11
Oude foto van het huis van de familie de Hoogh op de scheepswerf van Delfshaven

 

Met dank aan Willem Dingemans.

Interessante links:

http://www.dedelft.nl/

http://nl.wikipedia.org/

2 reacties

  • Simon de Wit

    Beste Albertus,

    Graag zou ik willen weten wie De Wit was toentertijd. In mijn stamboom heb ik een meester scheepmaker. Ik ben benieuwd of deze De Wit iets te maken had met de scheepswerf.

    Groet, Simon de Wit

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *