Stamboom

Document Jacobus Marinus Cornelia Maria de Hoog

Bij de oorspronkelijke stamboom waarmee ik begon, zie about , zat een document van de maker, Jacobus Marinus Cornelia Maria de Hoog.
Hieronder volgt de tekst van dit document.

JAC. M.C.M. de HOOG

MINNESOTA
U.S.A
 


Maart 1994
 ONS FAMILIEWAPEN

Sinds 1950 heb ik geweten dat er twee familiewapens “de Hoog” bestonden.
Het ene werd gelocaliseerd als “Holland”, het andere als “Gorinchem/Rotterdam”.

De vraag was: is één van die twee van toepassing op onze familie en zo ja, welke ? 
 

In het jaarboek van de “Geschied- en Oudheidkundige kring van Stad en Land van Breda, “De Oranjeboom”, deel XX, Jaargang 1967″, wordt vermeld op pagina 88 (inzake een omschryving van het Regentenbord in de Nederlands-Hervormde Kerk te Geertruidenberg) onder punt 12: “Zichtbaar sporen van een smalle schuinbalk; helmteken tussen een vlucht van goud en ??. 

Hier moet zich bevonden hebben het. wapen van de stadssecretaris Adriaen de Hooge Huybrechtsz., secretaris (1562)-1588, bewoonde het huis ” ‘t Misverstand” (thans Markt 42) overleden tussen 1593 en 1598.
Hij was gehuwd met Anna, dochter van Godschalck Godschalcks Roosendaels.”

Maar wie was deze Adriaen de Hooge in relatie tot onze familie ?
Degenen die de stamboom die ik in de jaren ’50 gemaakt heb voor zich hebben, kunnen zien dat ik gekomen was tot ene Hendrick de Hooch waarvan ik berekend had dat hij ongeveer 1590 geboren zou zijn.
En nou komt het: mijn goede vriend en bijna naamgenoot Sjaak de Hoogh in Geertruidenberg, heeft zeer uitgebreid doorgeborduurd op wat ik gevonden had.
Al het volgende is de vrucht van zijn diepgaande nasporingen.
Deze Hendrick Hendricksz de Hoogh was een visser en leefde van ca. 1595 tot 1665 en trouwde op 2 Mei 1627 met Joanna Jans Coen.
Zijn vader was Hendrick Hendricxs de Hooch, ca. 1560 – 1619, visser en deken van het Vissersgilde.
De grootvader van deze, was Meus de Hooch, ca. 1500 – 1560.
Deze Meus was een “gezworen waterscheyder”.

St. Elizabethvloed

In de nacht van 18-19 November 1421 was de St. Elisabethvloed, de oorzaak van het ontstaan van de Biesbosch. “doe was ’t een also grooten vreeselijcken storm van winde, flat men diesghelijcx noyt ghesien noch ghehoort  , en hadde; want het water ende de vloet ging so hooge, ende de storm was so  groot datter geen dijcken tegen staen en mochten ende bijsonder den dijck tusschen Gheertruidenberg ende Dordrecht, daer een schoon vruchtbaer Weijlant binnen lagh, daer wel twee-en-tseventigh Prochij-Kercken in stonden.
Ende menighe Ridders Hofstede verginghen metten water daer toe veel duijsent menschen die daer verdroncken.”

Vrij kort daarna wordt op de “Verdronken Waard” gevist, voornamelijk zalm, elft en steur op wat toen genoemd werd: “het Bergse veld” (naar de stad Geertruidenberg).
Aanvankelijk werd er gevist zonder pacht te betalen maar Karel V benoemde in 1516 een commissie die de rechten op de “Verdronken Waard” moest regelen.
De plaats waar vroeger de Maas door de Grote Waard had gestroomd, vormde de grens tussen het rechtsgebied van de Heren van Nassau en de Grafelijkheid van Holland.
Deze beiden begonnen de visgronden te verpachten met een vast bedrag per perceel “roeygelt” geheten en een aanvullende provisie “vroon”  geheten.
Het vaststellen van de oude loop van de Maas en de verschillende percelen was derhalve een belangrijke zaak.
Onze Meus de Hooch was als  “gezworen waterscheyder” een autoriteit die de loop van de Maas bepaalde.

Deze Meus had een broer Hubrecht de Hooch ca. 1500-1525 welke een zoon had Adriaen Hubrechtsz de Hooge of de Hoogh welke dezelfde is als vermeld werd in alinea 2 en 3 van blad -1- .
DUS: hier is de connectie ! ! !

Als deze Adriaen gerechtigd was in net voeren van het familiewapen, zo waren zijn vader Hubrecht en ons aller over-over-over etc. grootvader/stamvader Heijnrick de Hooch (de vader van Hubrecht en Meus), die waarschijnlick leefde van ca. 1470-1495.
De exacte data en gegevens op dit punt zijn wat onzeker maar de achternaam moet reeds bestaan hebben omdat in die tijd de families de Hoog(h) uit Rotterdam/Gorkum hetzelfde familiewapen voeren als Adriaen, de Secretaris van Geertruidenberg.

Een broer van onze Adriaen was Hendrick de Hoogh, ca. 1530-1580 die Burgemeester was van Geertruidenberg o.a. in 1573 maar na de verovering van de stad in dat jaar door Willem van Oranje werd hij, waarschijnlijk om geloofsredenen, afgezet.

De achternaam wordt reeds in 1313 gebruikt door Jan de Hoghe, schepen van Woudrichem. In “Beschrijving van Gorkum” staat dat het geslacht “de Hoogh” één van de oudste en eerlljkste geslachten van Gorkum is.

De naam: de Hooch/de Hoghe/de Hooge/de Hoogh/de Hoog komt in vele oude geschriften voor.
In het archief van Geertruidenberg heb ik gevonden een oude ledenlijst van het vissersgilde.
De aanhef luidt: “Dit syn de namen van alle de Gildebroeders vant Vissersgilde binnen Sint Geertruydenberg” .
De lijst vermeldt o.a. ene Henrick Henricxsen, Dielis, Meuwes, Tunnes, Merten, Robbert, Jan, Bartholomeus etc. etc.
Het stuk is niet gedateerd. Ik heb er een goede fotocopie van, dank zij mijn “nicht” Perry Beukers – van Deutekom.
Bernard Beukers is een zoon van Agnes de Hoog, dochter van Oom Jan.

Er bestaan ook lijsten van de pachters van visgronden in de periode van 1580 t/m 1777, bijgehouden door de rentmeester van de Nassause Domeinen. In het jaar 1580 wordt vermeld: Cornelis Meeusz de Hooch, perceel nr. 7 voor 612 guldens (dat was toen een kapitaal, waarschijnlijk was dat voor 5 jaar).
In 1585 is er Hendrik Meeus de Hooch, perceel 16 voor 616 guldens.
In 1595 Roelant Corn, de Hooch, perceel 34 voor 114 guldens etc. etc. Ik heb een kaart waarop die percelen staan aangeduid !

Na voor vele eeuwen vissers te zijn geweest zijn velen bakkers geworden.
Bernardus de Hoog, 1774-1850, de grootvader van onze grootvader, was niet alleen de eerste Bernardus in de familie, voor zover bekend was hij ook de eerste bakker.
In volgende generaties wordt het beroep soms verder omschreven als brood-, koek-, suiker-, of banketbakker.
Deze Bernardus woonde en had zijn winkel en bakkerij op de Markt in Geertruidenberg, thans nr. 20. Dankzij de niet aflatende hulp van mijn vriend Sjaak, ben ik deze reis in dat huis geweest.
Als je het vloerkleed in de voorkamer oplicht, kun je nog zien waar de toonbank gestaan heeft.
In de tuin op een muur zijn nog roetvlekken te zien waar vroeger de ovens waren ! ! !

Vele van onze voorvaderen woonden op de Markt, een teken dat ze tot de hogere rangen van de maatschappij behoorden.
Het is bekend dat meerderen Schout of Schepen, Burgemeester, Secretaris, Penningmeester etc. van de stad zijn geweest.
Adrianus de Hoogh, geboren 1710 en gehuwd 30 April 1741 met Wilhelmina Scattelijn, was in zijn leven schoenmakersbaas.
Wilhelmina trouwt na de dood van Adrianus met Franciscus Kolster en in 1795 is Jan de Hoogh erfgenaam, (Adrianus was de grootvader van de eerste Bernardus.

Deze Jan, zoon van Adrianus, geboren 1744, was ook meester schoen-maker.
Zijn twee kleinzonen, Joannes Wilhelmus, geboren 1803, en Wilhelmus Johannes, geboren 1806, zijn belangrijke personen in Geertruidenberg.
Jan is wethouder en regent van de Stedelijke Godshuizen.
Zowel Jan als Willem zijn bij het leesgezelschap: “Uyt Zucht tot Wetenschap en Deugd” en behoorden zonder twijfel tot de elite van de stad.
Voor degenen die “Ome Willem uit den Berg” gekend hebben, (later Zuid-Afrika en weer later Magdenburg), deze had een oom Antonius de Hoog, geboren 1852.
Hij had in den Berg de bijnaam “kakhieltje”, hij had de merwaardige gewoonte regelmatig naar de hak van zijn schoenen te kijken om te zien of hij niet in de hondenpoep getrapt had !

Geertruidenberg heette vroeger: “Oever- of Strandberg” maar werd later genoemd naar de H. Gertrudia, dochter van Pepijn van Landen die er een tijd lang verbleef en er een kapel gesticht heeft welke ingewijd werd door de H. Amandus.
(ik heb inmiddels zoveel materiaal verzameld dat het in mijn bedoeling ligt t.z.t. een historische beschouwing te schrijven over de sociale, religieuze, werk- en leefgewoonten van onze vroege voorvaders. Je zult verbaasd staan !)

Als belangrijke haven en garnizoensstad, was Geertruidenberg vroeger politiek en zelfs internationaal van eminent belang.
In 1304 verblijft Graaf Willem III in Geertruidenberg tijdens zijn huwelijksreis. en het volgend jaar laat hij zich aldaar als Graaf inhuldigen.
Zijn opvolger, Graaf Willem IV is in 1344 langdurig in de stad, zwaar ziek op bed.
In 1494 liet Phillips de Schone zich in de stad inhuldigen als Graaf van Holland.
Dit gebeurde in de beneden zaal van de herberg “De Wildeman” (thans Markt 6).In dezelfde herberg logeerde in 1563 de Graaf van Egmont.

Ook Willem van Oranje (Willem de Zwijger) was regelmatig in Geertruidenberg.
Op 16 Augustus 1560 verteerden de Prins met zijn moeder, broeder, zusters en raad ruim 49 Karoli-guldens, de rekening werd betaald door de stad !
In 1593 komt Prins Maurits met zijn complete leger hier om de Spanjaarden te verjagen.
In 1595 is Johan van Oldenbarneveldt met zijn vrouw, dochter en gevolg in “de Roode Sterre” (thans Markt 37).
In 1625 verblijft Prins Frederik Hendrik met zijn gevolg in herberg “de Roos”.
Ergens heb ik gelezen dat Koning Lodewijk Napoleon, de broer van de “grote Napoleon”, de stad bezocht maar kan nu niet mijn documentatie vinden. Lodewijk Napoleon was koning van Holland van 1806 tot 1810.

We zullen wel nooit weten welke de Hoogen deze hoogwaardigheid-bekleders een handje hebben gegeven!
Onwillekeurig dringt zich een vergelijking op: in mijn eigen leven heb ik persoonlijke ontmoetingen gehad met drie Vice Presidents of the United States: Hubert H. Humphrey, Walter Mondale and George Bush welke laatste mij en mijn vrouw Loud te zijnen huize, voorstelde aan Hare Majesteit Koningin Beatrix en Prins Claus (om van mijn persoonlijke ontmoeting met Fidel Castro maar niet te spreken).
Kan je hier spreken van het voortzetten van “een draad in de familie” ? Ik weet het niet, ik vind het gewoon een grappige vergelijking.

NU DAN, na deze lange inleiding, bedoeld om je wat smaak te geven voor de geschiedenis van onze voorvaderen, eindelijk naar: “ONS FAMILIEWAPEN !”

Er bestaan twee standaard naslagwerken over nederlandse wapens: “Armorial Général de J.B. Rietstap”en”Sceaux Armories” van J. Th. de Raadt.
Beide boeken zijn in het frans maar hieronder volgt de nederlandse vertaling. (deze informatie komt van het Centraal Bureau Voor Genealogie in den Haag.)
De twee beschrijvingen zijn ongeveer identiek.
De Raadt en Rietstap beachrijven hetzelfde wapen de Hoog op een verschillende manier.

Rietstap: Hoog (de) D’argent, à deux fasces bretessées et contre-bretessées de gueules, à la bande d’or, brochant sur le tout.

De beschrijving van Rietstap luidt: “in zilver, twee gekanteelde   dwarsbalken.
Helmteken: gekanteeld van rood, met een gouden dwarsbalk over alles heen.”
De beschrijving van de Raadt is beter, hij beschrijft een zegel, de beschrijving luidt:
“twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken met een schuinstaak over alles heen.
Helmteken: de twee dwarsbalken uit het schild, met een linkerschuinbalk over alles heen, tussen een vlucht”.

Tesamen vormden deze beschryvingen al de nodige informatie om een vakkundig heraldiek tekenaar een exacte tekening te maken van “HET” !
Bijgaand is een copie van “Schilddekkingen” dat een korte toelichting geeft op de onderdelen van een wapen.
De “dekkleden” waren oorspronkelijk een zware mantel over de schouders van de ridder.
Deze werden dikwijls in het gevecht door zwaarden van de tegenstander in flarden gesnedten en de afbeelding is een gestijleerde voorstelling van deze “flarden”.

Goud en zilver komen heel moeilijk door op een fotocopie. Al het “grijzige” is zilver, de dwarsbalk is goud. De rode kleur heet in heraldieke taal: “keel”

“And there you have it ! ! ! “

Noot: voor degenen die een origineel, handgeschilderd exemplaar wensen, kunnen zich wenden tot xxx , den Haag, tel. xxxxxx. Maar dat kost je wel  fl 400,- !

Na 44 jaar geleden aan de stamboom begonnen te zijn, kun je je wel voorstellen dat ik zeer tevreden en voldaan naar Minneapolis terugkeerde.

Een van mijn geprefereerde gebeden luidt: “Gy alle God’s goede Heiligen, bidt met ons voor alle overledenen en bidt ook voor ons”. Daarin zijn we allemaal ingesloten, generatie, na generatie, na generatie . ..

“May the Dear Lord bless all of us !”

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *